ZIT- EN WERKMEUBEL

Voor deze oefening in  vormcontrasten vertrek ik vanuit een gegeven grote kubus, kleine kubus, een vlak, een balk, een stokje (vierkant) en een stang (rond). Deze zes volumes heb ik vormgegeven tot één zit-en werkmeubel  waarbij het stokje de twee tafelpoten vormt en de (in het tafelblad verzonken) verbinding ertussen.